De kredietcrisis maakte een einde aan veel illusies. De illusie dat de Britse
bankensector de sterkste van Europa was, de illusie dat Nederlandse banken
klaarstonden om door te stoten naar de absolute top, en de illusie dat
sommige banken nooit overgenomen zouden worden.

Nu zijn er nieuwe verwachtingen bijgekomen. Eén daarvan is dat de door de
kredietcrisis kleiner geworden banken straks verzwolgen zullen worden door
de winnaars. ING is daar een voorbeeld van nu deze bank afscheid neemt van
de verzekeraar, die volgens analisten ongeveer 55 procent van de totale
waarde van ING Groep uitmaakte.

Z24 filterde uit een handzaam overzicht van de 500 grootste Europese bedrijven
van de Financial Times de zestien grootste banken van Europa. Zij zijn in
het overnamescenario zeer waarschijnlijk de hoofdrolspelers.

Met de kanttekening dat niet álle genoemde banken dat meteen mogen, het
kleinere grut overnemen. Want veel banken maakten – of maken nog steeds –
gebruik van overheidssteun, of zijn zelfs genationaliseerd.

In één oogopslag kan op het overzicht
De bankreuzen
gezien worden welke grote reuzen waar zitten, in Europa.
De blauwe staafjes geven banken aan die zelfstandig zijn gebleven en hun
handen vrij hebben om overnames te doen. De gele staafjes zijn banken die op
enigerlei wijze overheidssteun kregen en die dus te maken zouden kunnen
krijgen met Europese mededingingsregels bij overnames.

De rode staafjes tenslotte zijn de echte probleemgevallen: genationaliseerde
banken of instellingen die aan het overheidsinfuus liggen, met alle
restricties van dien. Deze banken zijn dan op papier wel groot, hun handen
zijn gebonden.

Londen diep geraakt
We beginnen in Groot-Brittannië, waar de financiële sector vóór de
kredietcrisis ruim 10 procent van het bruto nationaal product uitmaakte. Op
het Europese vasteland keek men met angst en beven naar banken als Royal
Bank of Scotland, Barclays, HSBC en Lloyds. Hoe anders is het beeld nu.

Ja, HSBC is qua marktwaarde in miljarden euro's nog steeds veruit de grootste
van Europa. Maar de bank komt van ver. In september 2009 werd de waarde
geschat op 97,4 miljard euro - maar raakte het concern wel de helft van zijn
waarde kwijt vergeleken met een jaar eerder, toen de bank geschat werd op
195 miljard euro.

Dan volgt er op de Europese ranglijst even niks, en is de eerste Britse bank
die vervolgens opduikt Standard Chartered (23,5 miljard euro). Deze bank
doorstond de crisis betrekkelijk ongeschonden. Na Standard Chartered volgen
de zielenpoten. Royal Bank of Scotland (19,7 miljard), ooit een superbank
die een deel van ABN Amro overnam, moest genationaliseerd worden. Hetzelfde
geldt voor Lloyds Banking Group (16,5 miljard). Barclays (17,7 miljard)
bleef zelfstandig, maar maakte wel gebruik van door de overheid
gegarandeerde obligaties om geld op te halen.

Au revoir Frankrijk
Frankrijk valt zo goed als af. De mythe is dat Franse banken zonder
kleerscheuren uit de crisis kwamen, maar dat is niet helemaal waar. BNP
Paribas (37,6 miljard), Credit Agricole (24,5 miljard) en Société Générale
(22,7 miljard) zijn weliswaar niet genationaliseerd en wankelden niet, maar
maakten toch ook gebruik van staatsgaranties voor het ophalen van geld.
Grote kans dat de nieuwe Europees Commissaris voor Mededeling, Joaquín
Almunia, overnameavonturen door die drie Franse banken moeilijk maakt.

Meer naar het zuiden bevinden zich de Spaanse banken Banco Santandér (56,1
miljard) en BBVA (30,4 miljard). Banco Santandér, ooit één van de kopers van
ABN Amro, houdt moedig stand in het gure economische weer in Spanje, dat de
vastgoedmarkt zag omvallen. Maar die andere nationale trots, BBVA, ging door
het stof: de staat moest obligaties garanderen.

Eénbenig Zwitserland
Over bankiersland Zwitserland wordt altijd gezegd dat de financiële sector op
twee benen loopt. Het ene been heet UBS (27,5 miljard), het andere Credit
Suisse (36,1 miljard). De laatste wist zich te onttrekken aan de malaise en
heeft de handen vrij om te doen wat het wil. UBS is een ander verhaal. De
bank nam vóór de kredietcrisis grote risico's en moest bij de overheid
aankloppen voor hulp. De Zwitserse regering nam een belang van 9 procent in
de bank en zette een garantiefonds van tientallen miljarden euro's op om het
omvallen van UBS te voorkomen.

UBS kocht het belang van de overheid in augustus terug, maar leunt nog wel op
het garantiefonds. Ook hier zal Eurocommissaris Almunia waarschijnlijk
interveniëren als UBS op oorlogspad wil.

In het zuiden wrijven de Italianen zich in de handen. Intesa Sanpaolo (34,3
miljard) en Unicredito Italiano (23,6 miljard) deden voor de kredietcrisis
weinig met gesecuritiseerde obligatiepakketten en risicovolle kredieten, en
konden achterover leunen terwijl om hen heen de storm tekeer ging. De
Italiaanse banken kunnen op hun dooie gemak op koopjesjacht.

Duitsland: eenoog koning
Duitsland dan. Daar is de bankensector toch onverwacht hard geraakt door de
kredietcrisis. Met name de regionale hypotheekbanken bleken grote risico's
genomen te hebben en de staat moest bijspringen. Commerzbank kocht Dresdner
en verzekeraar Allianz - eigenaar van Dresdner - kreeg op die manier een
belang van 30 procent in Commerzbank. Toch dichten de rekenmeesters van de
Financial Times de Commerzbank een lage marktwaarde toe, ongeveer 7,4
miljard.

Dus blijft alleen Deutsche Bank (24,9 miljard) over als eenzame grote jager.
De bank krijgt straks op zakelijk vlak zeer waarschijnlijk in één keer een
sterke positie in de Nederlandse markt, door de overname van Hollandsche
Bank-Unie en dertien zakelijke regiokantoren van ABN Amro. En misschien zit
er meer in het vat.

Nordea in Scandinavië
In Scandinavië is volgens de Financial Times eigenlijk maar één grote speler
overgebleven: Nordea Bank (19,9 miljard euro marktwaarde). De Scandinavische
gigant is het resultaat van een groot fusieproces. Banken uit Zweden,
Finland, Denemarken en Noorwegen werden stukje bij beetje opgegeten en
geïncorporeerd.

Momenteel zitten de Zweedse banken met problematische investeringen en
mega-leningen in de Baltische staten in hun maag. In die landen is de
vastgoedsector ingestort, met alle problemen van dien voor de Scandinavische
investeerders.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl